“Dat snap je pas als je zelf kinderen hebt.”
Die zin. Ik hoorde hem vroeger zo vaak van mijn ouders dat ik het bijna irritant begon te vinden.
Toen ik als onbevangen twintigjarige samen met mijn nieuwe ‘is-hij-wel-echt-zo-betrouwbaar-als-hij-lijkt’-vriendje een jaar ging backpacken aan de andere kant van de wereld, begreep ik er niks van dat mijn pa en ma hun tranen weg stonden te slikken tijdens het afscheid op het vliegveld. Waar maakten ze zich in godsnaam zorgen over?
Geen flauw benul.
Inmiddels is het zestien jaar later, ben ik nog steeds samen met dat (inmiddels betrouwbare gebleken) vriendje en hebben we zelf kinderen. Ineens snap ik als geen ander wat ik mijn ouders destijds heb ‘aangedaan’. Ik heb immers zelf al ontelbare ‘laat het los, laat het gaan’-momenten gehad met mijn eigen kids.
Clichés zijn blijkbaar niet voor niets clichés.
Maar toen Martin en ik vorig jaar besloten om het roer om te gooien en een eigen zaak te beginnen, had ik er in eerste instantie geen flauw benul van dat mijn ouders opnieuw slapeloze nachten hadden. Mijn hemel, dacht ik, we zijn zesendertig en volwassen mensen; waarom maken pa en ma zich nu nog stééds zorgen of alles wel goed komt?
Dat heeft natuurlijk te maken met dat andere cliché: “Als het goed gaat met je kinderen, ben je als ouder ook gelukkig.” Toen dat besef tot me doordrong, snapte ik het ineens weer. Voor mijn ouders ben en blijf ik altijd dat kind dat een onbekend avontuur tegemoet gaat.
Er is nu alleen één verschil.
Nu Martin en ik Tof Koekie openen, staan onze ouders niet langs de zijlijn om ons uit te zwaaien. Nee, ze zijn nu onderdeel van de reis en zetten zich voor 150% in om onze droom werkelijkheid te laten worden.
Mijn schoonvader helpt al wekenlang met klussen om alles op tijd af te krijgen. Hij gaat stug door met het zagen van tafels, ook al zaagde hij al een keer in zijn eigen vingers.
Mijn eigen vader vervangt zonder problemen de gehele meterkast terwijl mijn moeder er op de achtergrond voor zorgt dat onze kinderen niks tekort komen.
En mijn schoonmoeder? Het gezegde ‘je kunt je schoonmoeder wel achter het behang plakken’ gaat bij haar zeker niet op. Na een drukke werkweek past ook zíj een dag per week op onze kinderen en behangt tussendoor vrolijk een muurtje of schildert kozijnen.
Ook mijn zus, zelf moeder van een groot gezin, druk met haar baan en haar eigen bedrijfje, helpt ons in haar spaarzame vrije tijd met de teksten voor de website, nieuwsbrieven en de menukaart.
En dan is er nog mijn eigen zoon van bijna vier jaar oud. Bij het uitzoeken van zijn verjaardagcadeautje koos hij dit jaar niet voor een glimmende auto, maar voor een speelgoed-koffiezetapparaat. Zodat hij net als zijn papa kan oefenen met het zetten van een lekker kopje koffie voor in ‘ons restaurantje’.
Al die mensen zijn onderdeel van ons geluk.
Ik besef eens te meer dat onze droom alleen écht werkelijkheid wordt met het begrip, het geduld, de steun en het medeleven van onze familie.
En dat het daarom ontzettend belangrijk is dat je samen met je familie zoveel mogelijk geniet van alle momenten van geluk. Waar kan dat beter dan in een toffe zaak die door familie voor familie is gemaakt?
Zo cliché, maar o zo waar.
Warme groeten van Marlene
Amen!
Niet alleen jE zus kan schrijven. Jij bent goed zeg!
Mooi Marlene! Heel veel suucces en plezier! ?
Mooi geschreven. En je ouders zijn Supertrots op jullie. Ze vertelde het me namelijk zelf.
Bedankt voor de complimenten allemaal! Tot ziens in Tof Koekie!